Het is vandaag internationale vrouwendag. Er wordt veel gesproken over heldinnen. Ook tijdens het invullen van de vragenlijst voor het EenVandaag Opiniepanel kreeg ik de vraag: ‘Wie is jouw heldin?’. Ik kon hier maar 1 vrouw invullen, mijn moeder. Ze was niet het toonbeeld van feminisme. Maar mijn moeder was verpleegkundige, psycholoog, dokter, boekhouder, zangeres, coupeuse, en nog veel meer. Maar bovenal was ze moeder. Helaas is op 15 oktober 2011 overleden, maar ze blijft mijn heldin.
Liefdevolle zorg
Ze is geboren in 1936. Er was geen geld om te studeren, dus ging ze vanaf haar 14e werken in de huishouding. Dit ging nog niet gepaard met alle gemakken van nu. Er werden matten geklopt, vloeren gedweild op knieën, de was werd gekookt, geschrobd en door de wringer gehaald. Maar mijn moeder deed het met verve. Naast haar werk nam ze ook zorgtaken over voor haar opoe en opa, die bij haar ouders woonden. Op haar vrije dag deed ze de was voor haar moeder. Zo groeide mijn moeder op. Hardwerkend & vol energie. Op 22 april 1960 trouwde ze met haar grote liefde, mijn vader. In die tijd stopte je met werken na je huwelijk. Hier en daar heeft mijn moeder wel doorgewerkt, tot ze kinderen kreeg, 4 in totaal.
Mijn moeder gaf later wel eens aan dat ze graag in de zorg had willen werken. Maar op haar 34e kreeg ze een progressieve vorm van reuma (ziekte van Bechterew). De zorg voor haar gezin was zwaar genoeg. Maar hier praatte ze niet graag over. Ze wilde niet zeuren. En bovenal, ze wilde niet dat zij haar ziekte was. Ook al belemmerde deze haar in het dagelijks leven. Ze liet hier niets van merken. Ze was er voor ons. Als we ziek waren maakte ze een bedje op de bank. We werden compleet in de watten gelegd. Met de LP van de Efteling op de achtergrond kregen we een schoteltje met een gepeld sinaasappeltje, in partjes, zonder wit. En als je wat opknapte kreeg je een zacht gekookt eitje. We verdachten mijn oudste broer er wel eens van dat hij ‘nep ziek’ was, gewoon om even verwend te worden.
Mooiste creaties
Naast de zorg voor haar gezin zocht mijn moeder naar andere bezigheden. Zo was ze super goed geworden in naaien, haken en breien. Dit deed ze heel vakkundig en precies. ’s avonds als wij in bed lagen, hoorden wij vaak het ratelen van de naaimachine. Een heerlijk geluid om op in slaap te vallen. Ze maakte de mooiste creaties voor ons, als mijn broers niet de soldaatjes uit de stof knipte, tenminste😉. Wij konden bij haar aangeven wat we wilden dat ze maakte: een witte schapenwollen trui met ingebreide mouwen voor mijn broer, een wikkeltop van velours voor mij of korte rokjes voor mijn zus, die dan tijdens het passen op de stoel stond te roepen ‘korter, korter’.
In groep 7 wilde ik met Carnaval voor de zoveelste keer verkleed als Madonna, ik was fan. Ik was bezig met te grote shirts & rokjes van mijn zus. Op een avond, vlak voor carnaval hoorde ik in mijn bed de naaimachine weer ratelen. Toen ik ’s morgens beneden kwam lag daar een schitterend topje van zwart kant en een kort rokje. Gemaakt van restanten stof. Tezamen met een te grote BH van mijn zus en een alpinopet was ik echt de bom.
Ook kon ze kapotte kleding zo vermaken dat het weer als nieuw leek. Zo vermaakte ze kapotte spijkerbroeken zo mooi met lappen erop (dat was toen hip) dat men aan ons vroeg waar we die broek gekocht hadden. Ze heeft heel veel spijkerbroeken doorgestikt. Als ik een 501 kocht, dan wist ik dat die wel een tijdje mee kon. Mijn moeder herstelde hem wel als hij stuk was. Ze zei wel eens: ‘Dit is mijn manier om een bijdrage te leveren. Op deze manier bespaar ik geld, waardoor wij als gezin meer te besteden hebben.’
Goede band
In mijn jeugd had mijn moeder een redelijk goede periode. We gingen samen met de vroege bus naar ‘dat’ Amsterdam, niet wetende dat er nog geen winkel open was om 8.00 uur ’s morgens. Amsterdam werd langzaam wakker en al snel werden we door een ‘gekke man’ achtervolgd. Ik was angstig, maar mijn moeder niet, die moest lachen. We konden samen lachen, tot de tranen over onze wangen liepen. Ook draaide we samen muziek, zongen mee en deden een dansje. We brachten veel tijd samen door. Ik was jongste nakomeling van ons gezin en mijn zus en broers waren al zelfstandig, dus had ze ook de tijd voor mij.
Ik kon alles met haar bespreken. We hadden een goede band. Het feit dat ik dezelfde ziekte bleek te hebben, versterkte onze band alleen maar. Mijn moeder vond het voor mij veel erger dan voor haarzelf. Ze zou graag mijn deel erbij hebben gedragen. Ze was sterk en in mijn ogen zelfverzekerd. Ze wist precies de goeie dingen te zeggen en te doen of te zwijgen op de juiste momenten. Het scheelt natuurlijk dat ik de 4e was en dat ze al even had kunnen oefenen. Ik ben nu zelf ook moeder van een heerlijke zoon. En soms voel ik me nog best onzeker. Op die momenten mis ik haar erg. Zou hier zo graag nog even met haar over willen spreken.
Gewoon 1 koekje bij de koffie
In onze familie houden we allemaal van lekker eten. Soms hebben we wel eens moeite met de hoeveelheid. Ik zeg soms, maar misschien is het wat vaker… Hier had mijn moeder geen last van. Jaren lang had ze hetzelfde gewicht. Ze kon gewoon 1 koekje nemen bij de koffie. Zo knap! Bij mij blijft het er (bijna) nooit bij een. Voor ik het weet heb ik er al 3 naar binnen gewerkt… Ze had zoveel discipline.
Zo heeft ze een streng dieet gevolgd, via een natuurgeneeskundige om de klachten van de Reuma te verminderen. Dit deed ze zo gedisciplineerd dat de huisarts nog net op tijd kon ingrijpen, anders was ze met zware ondervoeding in het ziekenhuis beland. Zelfs de gerookte paling liet ze staan. Ze kon het niet opbrengen om bij ons aan tafel te eten. Terwijl wij de gerookte paling aten, zat zij in de keuken aan een ‘rooie rakker’ (bietensap) en een salade. Opeens smaakte die heerlijke, door mijn vader gerookte paling ook niet meer zo lekker… Maar zij zette door. Ik lijk erg op haar, maar deze discipline in gematigd eten heb ik niet van haar overgenomen.
Genieten van de kleine dingen
Naarmate mijn moeder ouder werd liet haar lijf haar steeds meer in de steek. Die aftakeling vond ze vreselijk. Maar iedere keer weer zocht ze naar dingen die ze wel kon. Ze bleeft genieten van haar (schoon)kinderen en later haar kleinkinderen. En nog lange tijd bleeft de naaimachine ratelen en bleven de breipennen tikken. Tot het moment dat haar handen te stijf en pijnlijk werden en ze het echt niet meer kon. Het laatste wat ze gemaakt heeft, samen met mij, was de bekleding van de wieg van Tijl. Dit deed ze puur op wilskracht. Natuurlijk was ze wel eens verdrietig en boos om wat ze niet kon. Maar ze wist zich altijd te herpakken. Ze ging puzzelen: legpuzzels, woordzoekers, kruiswoordpuzzels. En ze bleef er voor ons. Onze vraagbaak. Dag en nacht konden we bij haar terecht. Ze zei altijd: ‘Ja hoor, bel maar of kom maar, dat kan ik nog voor jullie doen.’
Daarom een ode aan mijn moeder. Een wijze, lieve vrouw, die ondanks alle pijn en aftakeling wist te genieten. Genieten van de kleine dingen, vogeltjes in de tuin, bomen in het groen, de mensen die naar binnen zwaaiden. Zoals gezegd, mijn moeder was geen toonbeeld van feminisme. Maar voor mij is mijn moeder een echte heldin!
2 reacties
Goh zit ik hier met natte ogen op de bank.
Wat heb je dat mooi geschreven , precies zoals mijn tante was , heel herkenbaar.
Zelf ben ik deze maand 40 jaar zuster, maar MOEDER zijn is voor mij het mooiste beroep , blij dat dit mij is gegeven.
Wat lief Wil❤️ Leuk dat je ook dingen herkent van mijn moeder. Thnxxx!